“Alles wat je niet hoopt aan te treffen op een projectlocatie, kwam hier samen.” Koen Vos, projectleider bij Bork, lacht terwijl hij dit zegt. Het ontmantelen van HTC Vermilion in Harlingen is geen standaard klus. Met uitdagingen als een verhoogd stralingsniveau, kwik, koolwaterstoffen, asbest en chroom-6 heeft het project alle ingrediënten voor complexiteit. Toch kijkt Koen vol trots terug op wat hij een “super project” noemt.
“HTC Vermilion Harlingen is uniek in zijn soort,” vertelt Koen. “Het is extra bijzonder omdat er geen tweede locatie zoals deze is.” De locatie fungeerde namelijk als behandelingslocatie voor gas uit de Waddenzee en zeven landlocaties uit het Leeuwarden West-veld. Hoewel er geen productie plaatsvond, was de installatie zwaar besmet met alle reeds bovengenoemde stoffen. “Door de aard van de installatie en de betrokken materialen viel het project onder de Mijnwet en zelfs onder de Kernenergiewet,” legt Koen uit. Het betekende strikte regelgeving en toezicht op elke stap. “Dat maakt het spannend én uitdagend,” vervolgt hij.
Naast de unieke aard van de locatie was de leeftijd van de installatie ook een uitdaging met betrekking tot de integriteit en de aan te treffen stoffen die vroeger nog toegestaan waren. Daarnaast was de inwendige schoonmaak van de installatie ook een complex proces met een gedegen voorbereiding, hierin hebben alle betrokken partijen goed samengewerkt met de industriële reiniger Reym, die alles zo goed mogelijk volgens vooraf opgestelde spoelplannen hebben schoongemaakt. Echter kun je nooit in de installatie kijken en meten, daarom blijft het tijdens de daadwerkelijke sloop opletten. “Je loopt dan toch tegen installatiedelen aan waarvan je denkt dat het schoon is, maar wanneer je dieper in de installatie komt blijkt deze toch vies te zijn,” licht Koen toe. “Dan wordt het een pas op de plaats, herzien en nieuwe plannen schrijven.”
Met risico’s als straling en veel gevaarlijke stoffen stond veiligheid voorop. “We hadden fulltime een meetkundige van het Instituut voor Veiligheid & Milieu (IVM) ter plaatse,” vertelt Koen. “Elke handeling werd eerst getest, gemeten en goedgekeurd. Als er iets niet veilig was, stopten we en maakten we een nieuw plan. Je moet continu schakelen.” De focus lag dan ook sterk op veiligheid. “De uitdaging voor ons als Bork was om het zó goed te doen, dat alles veilig gebeurt, zonder incidenten” legt Koen uit “Dat is aardig gelukt,” voegt hij trots toe.
De dagelijkse veiligheid was dan ook een belangrijk onderwerp binnen het team. “Iedere nieuwe medewerker op locatie kreeg een uitgebreide instructie, en elke dag startten we met een startwerkbespreking en toolbox.” Voor elk afzonderlijk slooponderdeel werd een plan geschreven dat door een veiligheidskundige van Arcadis gecontroleerd werd. Zo moest er dan ook steeds nieuwe toestemming verkregen worden om verder te mogen werken. “Het veiligheidsbesef- en cultuur tijdens deze opdracht was echt next level” licht Koen toe.
Het project was een samenwerking van meerdere partijen, waaronder Reym, Arcadis, Mammoet, Bilfinger en natuurlijk opdrachtgever Vermilion. “De onderlinge afstemming ging super. Iedereen wist wat hij moest doen, en we hebben soepel gewerkt, zelfs toen we onverwachte situaties tegenkwamen.” Ook van Bork zelf waren er mensen met allerlei specialisaties aanwezig. “We zijn begonnen met voornamelijk asbestsaneerders, om Reym te ondersteunen met het sleutelwerk en het verwijderen van asbestpakkingen tussen de flensverbindingen waar Reym de aansluitingen moest maken voor het schoonspoelen van de installatie en het verwijderen van al het isolatiemateriaal,” vertelt Koen.
“Toen dat op een einde kwam werd de groep steeds groter. Uiteindelijk stonden we er met 3 kranen, slopers en asbest saneerders.” De samenwerking binnen de teams van Bork en met de andere teams op locatie heeft niet alleen geleid tot een succesvolle ontmanteling, maar ook tot groei van de medewerkers van Bork. “Onze mensen hebben zich enorm verder ontwikkeld. Van asbestsaneerders en slopers tot kraanmachinisten; iedereen heeft een stap vooruitgezet.”
Vlak voor de kerst kwam het bovengrondse werk tot een symbolisch einde: de sloop van de bijna 80 meter hoge fakkel. “De fakkel was het laatste wat er bovengronds nog stond van de installatie. Het moment dat die naar beneden ging, voelde echt als een afsluiting van dit deel van het project,” herinnert Koen zich. “Mede dat het precies volgens planning is gegaan na ruim een half jaar sloop, maakt het extra mooi.”
Met de bovengrondse sloop achter de rug, kijkt het team nu naar de volgende fase: de ondergrondse infrastructuur, fundaties en verhardingen. “Daar ligt weer een hele nieuwe uitdaging op ons te wachten,” zegt Koen. “Je hebt altijd te maken met bodemverontreinigingen vanuit het verleden, grondwaterstand en mogelijk achtergebleven verontreinigingen in het ondergrondse leidingwerk. Naar verwachting zijn eind maart 2025 de nodige vergunningen binnen en dan kunnen we verder.”
Het succes van de ontmanteling heeft veel te maken met voorbereiding en samenwerking, maar vooral met toewijding. “Dit project laat zien waar we als Bork toe in staat zijn: complexe opdrachten met een hoog risico tot een goed einde brengen, veilig en volgens planning. Het is een prachtige referentie voor ons bedrijf.” De trots is bij Koen duidelijk te merken. “We hebben onderzettend veel geleerd omdat deze locatie zo complex en uniek was, deze ervaring kunnen we in nieuwe projecten natuurlijk weer goed in zetten.”
Delen
